(foto Ronald Pemberton)
Het lijkt misschien een open deur intrappen, maar Nederland is geen Zuid-Afrika. En dat betekent dat we dus de omstandigheden zo goed mogelijk moeten zien na te bootsen. De meest bekende Disa is de vuurrode Disa uniflora, die vooral bekend is van de Tafelberg. Ze groeien daar aan de rand van of zelfs met hun wortels in stroompjes en beken met koud voedselarm smeltwater met een iets hoge zuurgraad afkomstig van de Tafelberg. Het kan in Zuid-Afrika flink heet worden, maar de wortels van deze planten blijven altijd nat en koel. En er is altijd een luchtstroom, waardoor zij nooit in stagnerende lucht staan.
Wel dan, die hitte zoals in Zuid-Afrika, daar hebben wij relatief weinig last van, hoewel ik in het afgelopen jaar (2022) toch mijn planten wel een paar keren naar de huiskamer heb gehaald toen de temperatuur rond de 38 graden zou komen. Probleem was niet zozeer de warmte als wel de onmogelijkheid om het water waar ze in stonden koel te houden!
Als je op internet gaat zoeken naar een oppotmedium voor Disa, dan kom je verschillende mogelijkheden tegen. Met een aantal mogelijkheden heb ik in de afgelopen jaren geëxperimenteerd, maar het beste bevalt mij toch een mengsel van 50% perliet met 50% zo vers mogelijk sphagnum. Dat laatste is niet altijd gemakkelijk verkrijgbaar, dan kan gedroogd sphagnum ook een goede optie zijn. Vers sphagnum kan zaden van grassen en ongedierte en tal van takjes, graswortels en andere ongerechtigheden bevatten, dus is het handig om dit even goed uit te pluizen en vervolgens in de magnetron een paar minuutjes te verhitten, zodat de zaadjes niet meer kiemen en het ongedierte dood is. Let er bij het oppotten op dat de planten in een luchtig medium moeten staan, niet teveel aandrukken dus! Het verdient aanbeveling om wat groene sphagnumkopjes te bewaren om de bovenkant van het mengsel wat mooier te maken. Groen sphagnum groeit gewoon weer aan en geeft een frisse aanblik aan je potten. Soms kiemen er Droseraplantjes (Zonnedauw) in het sphagnum, daar hebben de Disa's geen hinder van, ze hebben zelfs enig voordeel omdat het vleesetende plantjes zijn, waar kleine insekten aan vast kleven. Zelf gebruik ik voor jonge plantjes en kleine stekken vierkante 7X7X8 cm potjes, omdat je daarmee de (bij mij altijd te krappe) ruimte maximale benut. Voor grotere planten gebruik je uiteraard navenant grotere potten. Op de bodem van de potten is het aan te bevelen een laagje grind te leggen van een centimeter of twee-drie, overeenkomend met de waterstand van de waterbak, waar je de potjes in zet. Dat brengt mij direct op het volgende item: Disa-potjes moeten altijd vochtig tot nat blijven, dit in tegenstelling tot de meeste andere orchideeën. Hiervoor kan GEEN kraanwater worden gebruikt, omdat daar teveel zouten in zitten. In aanmerking komen regenwater, gedestilleerd water of osmosewater. Neutraal water heeft een pH van 7 ( zuurgraad). Disa's hebben het liefst enigszins zuur water met een pH van 4-6,5. Gedurende de groei- en bloeitijd dienen de planten dus in een laagje water te staan, dit moet echter wel steeds ververst worden. Eén van de beginnersfouten is om dit niet vaak genoeg te doen. Eén plant met een schimmel- of bacterie-infectie is dan voldoende om alle planten aan te steken en je complete collectie om zeep te helpen. Als je in staat bent om elke dag de planten te verzorgen , kun je ook dagelijks water geven en kun je de waterbak weglaten, maar dat vereist dus wel een ijzeren discipline, want één keer helemaal uitdrogen en de plant gaat dood. Zodra het kouder gaat worden in de herfst, is het voldoende om de potten vochtig te houden, ze hoeven dan niet meer in een laag water te staan tot de groei in de lente weer begint, maar mogen nooit uitdrogen! De planten moeten wel vorstvrij gehouden worden, dat kan bijvoorbeeld op een vensterbank in een onverwarmde kamer, of in een vorstvrij gehouden kas. Van levensbelang voor Disa's is bewegende lucht! Met een simpele ventilator kan dat al bewerkstelligd worden. Zelf hield ik de Disa's in onze slaapkamer voor het altijd open tuimelraam, wat ook prima ging (totdat het er teveel werden...). Tot de temperaturen richting de vorstgrens gaan, kunnen de planten dus lekker buiten blijven. Het best is een plekje met ochtendzon. De middagzon is beter te vermijden omdat de wortels dan te warm zullen worden. Bemesting is niet noodzakelijk omdat Disa uit een voedselarm milieu komt, maar het is wel mogelijk om te bemesten. Dat dient dan van onderaf te gebeuren en in een verdunde versie. Als je van bovenaf mest, dan verslijmt het mos door algengroei! Bij twijfel: niet doen.
Disa verdraagt geen hoge zoutconcentratiesin het water. Dit kun je eenvoudig testen met een TDS-meter. Deze meet de zoutconcentratie van het water door middel van electrische geleiding. Deze zijn voor ongeveer tien euro te koop via bijvoorbeeld Ebay. De uitgelezen waarde, die in PPM wordt uitgedrukt (parts per million) mag niet boven de 200 komen, dat is inclusief eventuele meststoffen. Hoe lager de waarde, hoe beter voor de Disa dus.
Comments powered by CComment